De Atletische Rijkunst is gebouwd op de 3 volgende belangrijke elementen:

 

Het verticale evenwicht

Het laterale evenwicht

Het horizontale evenwicht

 

Het verticale evenwicht gaat over de gewichtsverdeling van de voorhand tussen beide voorbenen. Wanneer een paard verticaal in balans is,  belast hij zijn voorhand gelijkmatig en worden de gewrichten recht belast. Het verticale balansballetje bevindt zich op dat moment exact in het midden van de boeg van het paard.

Verticale disbalans is dé grootste oorzaak van spanning in de lange rugspier en compensatie in de rest van het lichaam.

verticale balans


Het ontspannen en loslaten van de lange rugspier is alleen mogelijk wanneer het lichaam zichzelf in de juiste hoek t.o.v. de grond bevindt. Wanneer een paard verticaal in balans is, zal hij de voorwaarts neerwaartse tendens bereiken en worden de buikspieren gesloten. Simpelweg omdat de beenzetting klopt, de borstwervelkolom en de daarop volgende wervels zijn uitgelijnd t.o.v. elkaar en het paard ook mentaal vertrouwen heeft om zichzelf te kunnen loslaten.

Van daaruit ontstaat tevens een verbeterd horizontaal evenwicht en zal het paard zijn gewicht gelijkmatiger verdeeld hebben over alle 4 zijn benen, omdat de achterhand niet langer de disbalans van de voorhand hoeft te compenseren (lees het zijwieletjeseffect).

Het laterale evenwicht heeft alles te maken met de ongelijke bespiering die in ieder paardenlichaam van nature aanwezig is. Deze ongelijke bespiering creëert een holle en een bolle zijde en draagt hierdoor bij aan het verstoren van het verticale evenwicht. Wanneer we controle hebben over de laterale balans in het lichaam, dan hebben we controle over deze ongelijke spierspanning en is het paard in staat om beide kanten van zijn lichaam even goed te stretchen en te ontspannen, als te verkorten en aan te spannen.

laterale controle


Het zijn dan ook deze 2 tezamen (verticaal en lateraal) die alles bepalend zijn voor het lichaamsgebruik van een paard. Door op deze 2 pijlers in te zetten en oefeningen aan te bieden aan de mind en het lichaam van je paard, kunnen de eerste verschillen zichtbaar en voelbaar worden in de verbetering van het verticale en laterale evenwicht. Dit is terug te voelen en zien aan een paard die steeds gemakkelijker en langduriger de voorwaarts neerwaartse tendens kan aanhouden en moeiteloos in alles 4 de levels, met behoud van gelijke aanleuning, kan bewegen. Verderop daarover meer toelichting.

Laterale controle gaat over de verbinding (aanleuning) die je kunt voelen met je hand en die staat voor een gelijkmatige, rechte wervelkolom en ontspannen symmetrische (gelijk qua spierspanning) lange rugspieren. Dit kun je herkennen als het paard volledig verantwoordelijkheid neemt voor de gelijke aanleuning, ofwel 100% aanleuning op beide teugels neemt. De ruiter neemt op dat moment 0% aanleuning en kan het paard ook die verantwoordelijk geven door zelf niets te doen (100% loslaten in jezelf, zonder de verbinding zelf te doorbreken). Geen makkie, maar door vooral veel en bewust te blijven voelen loopt het uiteindelijk over in een bewust en later onbewust bekwaam handelen.

De 2e pijler is het verticale evenwicht en deze kan je herkennen aan het gevoel wat de schouders van je paard tussen de teugels laten voelen. Het welbekende óp en óver de schouder lopen. De schouders van je paard dienen ten alle tijden perfect uitgelijnd te worden op de lijn waarop jullie je bevinden. Dit is noodzakelijk om de gewrichten mooi uitgelijnd boven elkaar te hebben (geen scheve belasting) om zo compensatie/ spanning te voorkomen (als gevolg van het scheef hangen een kant op). Eveneens zal het verticale evenwicht bijdragen aan het precies in het midden ‘hangen’ van de borstwervelkolom en de daarop volgende wervels. Ook te herkennen aan een paard die niet tegen het been van de ruiter plakt of aanloopt.

Eveneens is verticale controle te voelen aan de wijze waarop het paard zijn ruiter laat zitten/ draagt. In hoeverre wordt de ruiter scheef op het paard gezet door het paard en/of geeft de middelpunt vliedende kracht tegenreactie op de verticale disbalans. Zoals hieronder te zien is op de afbeelding. Dit gebeurd standaard wanneer wij als ruiters niet bewust leren voelen waar we zitten en hoe het paard ons gewicht draagt en verdeelt. Brengt het paard je steeds met het gewicht naar buiten, dan betekend dit werk aan de winkel voor de verticale en laterale controle. Maar eveneens zal je gericht jezelf moeten trainen om niet mee te gaan met de middelpuntvliedende kracht. Veelal is dit een onbewuste gewoonte geworden voor ruiters, maar zeer ongezond voor de paardenrug.

Dit betekend concreet:

  • rechtuit gelijke gewichtsverdeling over beide zitbeenknobbels
  • tijdens wendingen, voltes en zijgangen het gewicht op de holle zijde van het paard.

gewichtshulpen verticaal uit balans


Als een paard zijn verticale balansballetje nog niet in het midden kan houden (exact tussen beide schouderbladen), dan hangt hij voortdurend of afwisselend een klein beetje scheef één kant op. Doordat een paard geen sleutelbeen heeft, bungelt de borstwervelkolom als het ware los tussen beide schouderbladen. Het zijn de spieren en weefsels die de verbinding maken tussen het een en ander. Probeer jezelf eens voor te stellen wat er zal gebeuren wanneer een paard 100 kilo of meer extra draagt op het rechter voorbeen. De hele massa zal eveneens mee die kant op gaan (natuurlijke wetten) en de wervelkolom hangt niet meer mooi in balans in het midden. Omdat er nu nóg meer kilo’s naar rechts verplaatst worden zal de compensatie in de rest van het lichaam ervoor moeten zorgen dat het paard niet letterlijk omvalt naar rechts. Ontspannen in de lange rugspier is dan feitelijk onmogelijk geworden.

Om die reden is aandacht voor het verticale evenwicht zo ontzettend belangrijk en waardevol. Ik heb menig gedragsprobleem, fysiek probleem of rijtechnisch probleem als sneeuw voor de zon zien verdwijnen op het moment dat het paard geholpen werd bij het herstellen van dit evenwicht.

atr lateraal evenwicht


Het paard verbeteren in zijn laterale evenwicht staat nauw verbonden met het paard verbeteren door het lichaam gericht te gymnastiseren. Gymnastiseren is dé manier om te streven naar symmetrie in de bespiering en de draagkracht, inclusief coördinatie van beide achterbenen verbeteren en vergroten.

 atr horizontaal


Dit is een noodzakelijke ontwikkeling om in de training naar de ‘next level’ toe te kunnen gaan werken. De fase waarin je het horizontale evenwicht van je paard verder mag gaan verplaatsen. Het lichaam is hier dan ook toe in staat omdat de fundering correct is opgebouwd. Vanuit de verticale en laterale basis zal je paard reeds zijn totale gewicht beter verdelen over 4 benen. Wanneer we het horizontale evenwicht gaan beïnvloeden, dan heeft dit als doel om de gewichtsverdeling tussen de voor- en de achterhand verder te verbeteren. Het is haalbaar om dan toe te werken naar een verdeling waarbij het paard (tijdelijk) ¾ van zijn totale gewicht achter draagt en ¼ voor. Denk hierbij aan de verzamelde gangen en uiteindelijk ook piaffe, passage, pirouettes en de levade (zelfs 100% draagkracht).

Aan de buitenkant is niet altijd gemakkelijk in te schatten of een paard al toe is aan meer verzameling (gewichtsverplaasting). Zeker de modern gefokte dressuurpaarden lijken vaak heel gemakkelijk te kunnen gaan zitten en dragen, maar daar ligt een groot risico in verscholen. Het is niet voor niets dat de gemiddelde leeftijd van een dressuurpaard voordat het in de problemen komt rond de 6 á 7 jaar ligt. Feitelijk is een paard pas uitgegroeid op die leeftijd en mentaal en fysiek dan pas volwassen. Redelijk schokkend als we ons realiseren dat dus heel veel paarden al op jonge leeftijd mentaal en fysiek overbelast raken.

Het forceren van een bepaalde hoofd-halshouding en het toewerken naar verzameling alvorens een paard recht genoeg is in zijn schouders, bespiering en achterhand gebruik, zijn hierin bepalende factoren.

Wat hebben we nodig om naar verzameling toe te kunnen gaan werken?

  • Verticaal voldoende balans
  • Symmetrie in de bespiering
  • Symmetrie in de achterhand (bespiering en coördinatie)
  • Symmetrie in de buikspieren
  • Mentaal een happy horse wat vol plezier en vertrouwen zichzelf ontwikkeld.

Het lichaam heeft nu eenmaal een stevige symmetrische fundering nodig om gezond te blijven voor onze menselijke doeleinden. Denk hierbij een de fundering van een huis. Wanneer deze niet perfect gelijkmatig is gelegd en we gaan daarop een huis bouwen, dan blijft dat huis eerst nog wel een periode in takt. Op den duur zullen echter de eerste scheurtjes of zelfs hele scheuren ontstaan als gevolg van een slechte, scheve fundering.

Het bijzondere is altijd weer hoe gemakkelijk het verplaatsen van het horizontale evenwicht gaat, wanneer de basis goed gelegd is. Simpelweg omdat we het verticale balansballetje wat exact in het midden van de voorhand ligt, tussen beide schouders, vanuit onze navel naar achteren kunnen laten rollen, richting de singel en verder.

Paarden zijn onvoorstelbaar sensitief en het is dus letterlijk mogelijk je paard ‘meer onder je te rollen’ vanuit je navel.

Aansluitend op het bovenstaande, neem ik je nog even mee naar een ander principe wat binnen de Atletische Rijkunst als zeer waardevol en noodzakelijk wordt ervaren.

De Atletische Rijkunst streeft na dat een paard gemakkelijk in staat is om moeiteloos op 4 levels de (gelijke) aanleuning met de ruiterhand aan te gaan, zowel recht als in stelling. In elke gang, tijdens elke tempowisseling, gedurende elke overgang en zelfs tijdens zijgangen. Wanneer het paard eveneens tussen deze 4 levels moeiteloos en direct kan wisselen en switchen van ‘positie’ dan is dit hét perfecte bewijs dat er verticaal, lateraal én horizontaal balans en controle is en de aanleuning perfect voor elkaar is.  De lange rugspier functioneert als een bewegingsspier en de buikspieren behouden de benodigde rompstabiliteit.

De 4 verschillende levels gaan over de hoogte van de positie in aanleuning en ontspanning.

Level 1:  gebied kogel tot knie

Level 2: gebied knie tot elleboog

Level 3: neusje op boeghoogte en oortjes op schoft hoogte

Level 4: oprichting waarbij de oortjes uiteindelijk het hoogste punt zijn

In alle 4 de levels is het streven op of voor de loodlijn te verbinden met de ruiterhand.

  level 1 uitleg 4 levels     level 2 uitleg 4 levels 
  bento gelijke aanl rechtsomlevel 3   level 4 uitleg 4 levels


Daarbij is level 1 een zeer belangrijke basis positie. Wanneer een paard in die positie kan bewegen (zonder dat de ruiterhand daar op druk of trekkracht naar toe rijd) dan laat dit zien dat het paard zijn lange rugspier volledig kan loslaten en ontspannen aan beide zijdes van het lichaam, met name ook in zijn onderrug. Het gebied waar veel paarden moeite hebben om los te laten.

De lange rugspier loopt vanaf de halswervels tot aan het heiligbeen en verbindt het gehele paard met elkaar. Om die reden is het belangrijk dat een paard kan laten zien en voelen dat deze gehele spier zich kan ontspannen zodat eveneens de verbinding met de achterhand voldoende in stand kan worden gebracht.

Wanneer een paard level 1 stabiel kan ervaren, zijn de andere 3 levels eigenlijk altijd gemakkelijk te bereiken door simpelweg de teugels meer op maat te nemen en in de nieuwe lengte het paard verbinding te laten maken met je hand.

Verloopt dit alles nog niet zo vlekkeloos? Verdiep je dan eens verder in oefeningen die je paard verticaal en lateraal verbeteren. Als die 2 punten voor elkaar zijn, zal een paard namelijk altijd de voorwaarts neerwaartse tendens bereiken en je hand gewillig aannemen en volgen.

 indy kniehoogte