Beenzetting paard observeren
De beenzetting is een interessant onderwerp omdat het veel verteld over de scheefheid en de balans van een paard. Om die reden wil ik je er dan ook graag meer over vertellen.
De beenzetting gaat over de positie van de achterbenen t.o.v. de voorbenen.
Ik zal beginnen met de beenzetting op een rechte lijn. Die is vrij eenvoudig. In de lijn van de afdruk van de voorbenen, dienen de achterbenen worden geplaatst, ongeacht of het paard overstapt of niet.
Laat iemand anders eens met je paard in beide richtingen een paar rechte lijnen stappen. Observeer dan de beenzetting op de rechte lijn. Valt het je op dat je paard in beide richtingen hetzelfde achterbeen naast de massa plaatst? Dan leunt het paard aan diezelfde kant meer op het voorbeen. Ik noem dit ook wel het zijwieltjes effect. Het paard vangt met de achterhand de disbalans van de voorhand op.
Bekijk hetzelfde eens op de volte in beide richtingen. Altijd in beide richtingen de beenzetting observeren, omdat dit het meest volledige beeld geeft. Een correcte beenzetting op de volte is iets anders als op de rechte lijn, omdat we dan graag het paard in de juiste buiging willen hebben, zodat de volte een gymnastiserende werking op het lichaam heeft.
Wat belangrijk is op de volte, is dat het binnenachterbeen naar het zwaartepunt toe treed. In die positie komt er ook daadwerkelijk meer gewicht op dit been en worden de spieren in dit been sterker en krachtiger. Het zwaartepunt op de volte bevindt zich aan de binnenkant van het binnenvoorbeen. Veel mensen denken dat het paard zijn binnenachterbeen tussen de voorbenen moet plaatsen, alleen dan zal het buitenachterbeen uitzwaaien. Op zich word het binnenachterbeen dan wel meer belast, alleen treedt het buitenachterbeen vervolgens naast de massa en word op die manier juist ontlast. Bovendien verteld het vaak iets over de balans en of het paard zijn spieren aan de buitenkant voldoende lang maakt en ontspant.
Hierboven heb ik een provisorische afbeelding gemaakt waarop ik laat zien hoe de beenzetting op de volte moet zijn. Als je in het midden van de afdruk van de voorhoef een denkbeeldige lijn zet, dan dient de buitenrand van de hoef van het binnenachterbeen op deze middenlijn te worden gezet. De buitenhoeven horen op één lijn te lopen.
Op de onderstaande afbeelding zie je dat het achterbeen in de lijn van de afdruk van het buitenvoorbeen treedt. Het buitenachterbeen zal dan automatisch uitzwaaien. Het paard loopt dan op 3 sporen, zoals je vraagt bj een schouderbinnenwaarts. In dit geval niet gevraagd. Ook dat is te zien aan de afbeelding. Bij een schouderbinnenwaarts dient de voorhand naar binnen gericht te zijn, schouders naar binnen zoals de oefening al zegt.
Plaatst het paard zijn binnenachterbeen volledig in de afdruk van de voorhoef, dan is dat niet verkeerd. Door te werken aan de lengtebuiging (en vooral zorgen dat het verticale evenwicht goed blijft, zodat het zijwieltjes effect niet aantreed) word de binnenzijde van het lichaam hol en de buitenzijde bol. Door het hol worden aan de binnenkant, komt ook het bekken en de heup meer naar voren en hierdoor treed het binnenachterbeen verder onder. Hoe dit alles precies werkt, kom ik later nog een keer op terug als ik het begrip lengtebuiging nader belicht.
Valt het je op dat het binnenachterbeen juist naast de massa word geplaatst door je paard, dan leunt hij te veel op de binnenschouder en zal dit compenseren door de gehele achterhand wat naar binnen te verplaatsen. Afhankelijk van hoeveel het paard naar binnen valt.
Zie je dat je paard voornamelijk het buitenachterbeen naast de massa plaatst, dan kan dat komen doordat er te veel gewicht op het buitenvoorbeen leunt, of de spieren aan de buitenkant zijn te strak. Die trekken dan de achterhand naar buiten. Dit effect treedt vaak op als je begint te werken aan een correcte lengtebuiging, omdat dan de spieren vaak nog niet lang en soepel genoeg zijn.
Waar ik me altijd op focus als ik de beenzetting wil bekijken is het volgende. Ik focus me op waar de afdruk van de voorhoef is en wacht tot het achterbeen aan dezelfde kant een afdruk maakt. Die 2 kan ik dan met elkaar vergelijken. Het vergt misschien wat oefening om dit goed te kunnen zien, maar al snel zal je merken dat je het in 1 oogopslag kunt beoordelen. Zeker ook interessant om paarden van andere mensen te bekijken. Bijvoorbeeld als je ze een stukje ziet lopen in de wei of als ze gereden worden. Je zal er alleen maar van leren en er een getraind oog voor ontwikkelen!
Toch zegt een correcte beenzetting niet altijd of een paard ook heel soepel is en los in het lichaam. Ik heb diverse malen meegemaakt dat een paard qua beenzetting niet echt fouten liet zien, dus niet erg scheef en uit balans leek, maar toch enorm vast zat in zijn lijf. Ik heb me daar wel eens over verbaasd, want juist die paarden bleken enorm vast te zitten in het lichaam. Het lijkt wel of ze dan zo vast zitten dat geen enkele buiging of het nou natuurlijk is of niet, mogelijk is. Dat vergt toch een enigszins een stukje souplesse.
De beenzetting geeft dus altijd veel zinnige informatie en er valt nog meer over te zeggen. Maar stukje bij beetje dacht ik zo, anders word het misschien te ingewikkeld om allemaal in een keer te onthouden.
Ik vind het altijd prettig een paard blanco te kunnen beoordelen. Als ik zeker weet dat het dier vrij is van spier- en/ of wervelblokkades. Deze kunnen namelijk de scheefheid en dus de balans beïnvloeden en hierdoor ook de beenzetting.