Contrastelling in de holle richting

In de een eerder artikel heb ik je een oefening aangereikt die eraan bijdraagt dat je paard rechter word in de bolle richting. Nog even als geheugensteuntje:

- de bolle richting is voor een linksgebogen paard de rechterhand
- de bolle richting is voor een rechtsgebogen paard de linkerhand

Het doel hiervan was dat het paard in de bolle richting niet de gelegenheid krijgt om op de teugel aan de bolle kant te steunen. Als een paard dat doet, zal hij zijn spieren aan de holle kant alleen maar meer aanspannen. Door het paard uit te nodigen de teugel aan de holle kant aan te nemen en te volgen, brengt hij zijn spieren aan die kant op lengte en komt hierdoor recht in zijn lijf. Dat kun je dus bereiken door het rijden van contrastelling in de bolle richting.

Maar wat kun je dan voor oefening doen in de holle richting om het paard rechter te maken? Heel simpel, namelijk ook contrastelling! In de holle richting rijd je contrastelling om 2 redenen:

- de korte, stijve, sterke spieren langer maken (stretchen)- het zadel recht op de rug van het paard krijgen

De laatste reden gaat niet voor elk paard op. Veel scheve paarden brengen het zadel scheef, maar niet allemaal. In dat geval rijd je alleen de contrastelling met het doel de spieren aan de holle kant even lang en soepel te krijgen als aan de bolle kant, zodat het paard recht word in de wervelkolom en het verticale evenwicht in het midden komt. Het gevolg hiervan zal zijn dat het paard de voorwaarts, neerwaartse tendens bereikt.

scheef en rechtOp de foto hierboven zie je wat het effect van de contrastelling kan zijn. De linker foto is genomen bij aanvang van de training. Overduidelijk een scheef paard. Door het ongelijk aanspannen van de spieren brengt het paard zijn bekken scheef en komen hierdoor zadel en ruiter ook scheef op de rug terecht. Als gevolg hiervan ontstaat er een enorme ongelijke belasting van de rug, wat onheroepelijk veel spanning in de rug geeft. Bovendien komt de kamer van het zadel, die bedoeld is om de ruggengraat vrij te houden niet meer tot zijn recht. In dit geval drukt het linkerkussen op de ruggengraat. Niet echt ideaal.

Begin met het rijden van contrastelling over de hoefslag. Breng het paard zijn hoofd en hals naar buiten. Houdt vervolgens deze stelling aan. Belangrijk is dat je je arm niet te laag brengt en niet vast zet. Let er goed op dat je een knik in je elleboog houd en dat je duim het hoogste punt blijft. Een gestrekte arm is een arm die zichzelf snel vastzet en gespannen is, dat mag absoluut niet, dat werkt averechts.. Het enige wat we willen is de lange rugspier door het zijwaartse stretchen langer maken. Hierdoor onstaat vanzelf voldoende souplesse om ook met het hoofd omlaag te gaan lopen. 

Forceer je een paard laag te lopen, voordat hij gelijk is in zijn rug, dan veroorzaakt dat veel spanning. Het paard gaat tegen dit gevoel in.

Terug naar de contrastelling. Deze rijdt je in eerste instantie dus op de hoefslag en houdt je even aan. Op het moment dat de korte spieren voldoende op lengte zijn gekomen, worden ze ook meer doorbloed en zal het paard recht komen in zijn rug. Gevolg is dat het verticale evenwicht correct is en het paard bereikt de voorwaarts, neerwaartse tedens, ofwel het paard word nageeflijk.

Als ruiter moet je dat moment goed leren aanvoelen, want daarin moet je het paard volgen. In je hand krijg je dan als het ware het gevoel dat het paard de teugel terug vraagt. Niet uit je hand trekt, maar wilt volgen. Op het moment dat je dit voelt, geef je het paard de ruimte om voorwaarts neerwaarts te gaan.

Het kan zijn dat het paard na een paar passen zichzelf alweer aanspant. Dat komt doordat de spieren door de hersenen worden aangestuurd. Deze moeten dus opnieuw geprogrammeerd worden, door steeds weer opnieuw het paard recht te maken. Uiteindelijk zal het je paard zelf lukken recht te blijven.

Als het paard zich aanspant, ga je opnieuw naar de contrastelling toe om de ongelijke spierspanning weer op te lossen. Je houd de stelling aan totdat het paard weer je buitenhand wilt volgen. Zolang hij ontspannen is doe je niets, zodra hij zichzelf aanspant, gebruik je weer de contrastelling.

Waar je naar toe gaat is dat het paard steeds langer recht en ontspannen kan blijven en steeds sneller weer gaat ontspannen m.b.v. de contrastelling. Je traint met de contrastelling de nageeflijkheid op de buitenteugel. Uiteindelijk zal het paard dan ook perfect aan de buitenteugel komen en hier nageeflijk op zijn.

Als dit alles op de hoefslag goed gaat, zijn jullie klaar voor de volgende stap. Het rijden van contrastelling op de binnenhoefslag. Dan moet het paard pas echt perfect recht en op eigen benen komen. Ontzettend waardevol dus!

biscaya2