De drie fasen van de Altetische Rijkunst

De Atletische Rijkunst is opgesplitst in 3 fasen. Elke fase bestaat uit bepaalde oefeningen die gezamenlijk gaan over de verticale balans, het gymnastiseren en uiteindelijk het horizontale evenwicht. De fasen volgen elkaar chronologisch op. Ze staan wel allemaal met elkaar in verbinding en het is niet zo dat een bepaalde fase wordt afgesloten. Alle oefeningen binnen elke fase blijven hun aandacht verdienen tijdens de training. Ze zijn echter wel logisch opgebouwd.

De 3 fasen zijn gebaseerd op de 5 elementen van de dressuur:
- ontspanning
- aanleuning
- rechtrichten
- verzameling
- oprichting

Fase 1 en 2 gaan vooral over de eerste 3 elementen, ontspanning, aanleuning en rechtrichten.

Fase 3 is de fase van de verzameling en oprichting.

Dit alles tezamen zorgt voor een paard wat volledig symmetrisch is en zowel verticaal, lateraal als horizontaal perfect in balans kan zijn.

Fase 1:
De oefeningen uit fase 1 zijn er allemaal op gericht het paard te leren werken in het juiste verticale evenwicht om zo ontspanning in de rug te krijgen. Hierdoor ontstaat de voorwaarts neerwaartse tendens en draagt het paard zijn ruiter met de buikspieren.

Oefeningen die bij deze fase horen zijn:
- kwartlijn
- vierkante volte
- halve en hele diagonaal
- volte
- slangenlijn
- halve en hele ophoudingen
- contrastelling

dehn 5
Fase 2:
De oefeningen uit fase 2 zijn er allemaal op gericht het paard in het juiste verticale evenwicht te gymnastiseren tot een symmetrisch dier. Er word heel gericht gewerkt aan het symmetrisch ontwikkelen van de bespiering en beide achterbenen worden individueel sterker gemaakt.

Oefeningen die bij deze fase horen zijn:
- volte
- schouderbinnen- en schouderbuitenwaarts
- wijken
- travers
- renvers
- appuyeren
- wending om de voorhand
- wending om de achterhand
- zijgangen op de volte
- galop changementen

bart schouderbinnenwaarts   bartappuyeren

Fase 3:
De oefeningen uit fase 3 zijn er allemaal op gericht om het paard zijn horizontale evenwicht te verplaatsen, waardoor de stuwkracht wordt verminderd en het paard steeds meer gaat dragen met de achterhand. Dit is alleen mogelijk wanneer het paard symmetrisch is en met beide achterbenen evenveel gewicht kan dragen. Dit heeft men bereikt door fase 1 en 2 te doorlopen. Fase 3 is de fase van de verzameling en oprichting. Door het verplaatsen van de voorwaartse energie naar meer opwaartse energie gaat de achterhand meer gewicht overnemen en word de voorhand als vanzelf lichter. Hierdoor komt het paard in oprichting.

      bartverzameldedraf   

 

Oefeningen die bij deze fase horen zijn:
- actief schakelen
- pirouettes in stap, draf en galop
- galop changementen
- passage
- piaffe
- levade

                                                                                                   bart verzameling