De voorwaarts neerwaartse tendens


De voorwaarts-neerwaartse tendens is een uiterst belangrijk onderwerp dat goed begrepen en herkend moet worden om te beoordelen of het lichaamsgebruik van het paard correct is. Dit is cruciaal om te zorgen dat de training effectief is en geen schade of blessures veroorzaakt. Wat houdt een correcte voorwaarts-neerwaartse tendens precies in, en hoe herken je deze? Hieronder volgen enkele belangrijke vragen die helpen om dit onderwerp beter te doorgronden en te begrijpen

Wat is een tendens?

Een tendens is de richting waarin iets zich ontwikkelt of beweegt. Het verwijst naar een bepaalde beweging of verloop van een proces, vaak met een herkenbaar patroon. In een bredere context wordt een tendens gebruikt om veranderingen in gedrag, houding, of fysieke actie te beschrijven.

Waar staat het woord ‘voorwaarts’ voor?

‘Voorwaarts’ betekent letterlijk ‘naar voren’ en verwijst in deze context naar de energie die van achter naar voren door het lichaam van het paard stroomt. Dit wordt vaak omschreven als impuls, waarbij de achterbenen actief onder worden geplaatst en naar het zwaartepunt van het paard toebewegen. De beweging van de achterbenen is krachtig en gelijkmatig, met een slingerwerking die zowel evenver naar achteren als onder het lichaam beweegt.

Daarnaast beschrijft ‘voorwaarts’ ook hoe het hoofd van het paard zich van het lichaam af beweegt, dus naar voren en niet richting het lichaam, zoals bij paarden die met het neusbeen achter de loodlijn lopen. Een correcte voorwaartse hoofd-halshouding geeft de achterbenen voldoende ruimte om onder te treden, waardoor de energie vanuit de achterhand vrij naar voren kan stromen. Dit maakt de juiste halslengte, die weg van het lichaam gericht is, essentieel om de voorwaartse beweging van de achterbenen niet te beperken.

Een voorwaartse houding is bovendien herkenbaar aan een open kaak, waarbij er ruimte is tussen de wang en de hals van het paard.

Wat wordt bedoeld met ‘neerwaarts’?

‘Neerwaarts’ staat voor: in neergaande richting, ofwel naar beneden.

‘Neerwaarts’ duidt aan dat er een beweging is van een hoger naar een lager punt.

In de context van de voorwaarts-neerwaartse tendens verwijst het woord ‘neerwaarts’ naar de mate waarop het paard zijn hoofd en hals laat zakken.

Het woord verwijst ook naar de mate waarop het paard, mentaal en fysiek, in staat is om volledig te ontspannen en hierbij maximaal te dalen. Welke mate van ontspanning is er in lichaam en geest?

Hoe groter de ontspanning, hoe groter de neerwaartse tendens.

Komt het paard spanning tegen, dan belemmert dit de neerwaartse tendens en kan deze zelfs blokkeren.

Hoe vat je deze drie samen?

De voorwaarts-neerwaartse tendens verwijst naar de richting en de manier waarop de achterbenen naar voren bewegen. Deze tendens gaat hand in hand met de voorwaarts-neerwaartse beweging van de hoofd- halshouding van het paard.

Hoe kan je herkennen of de (maximale) voorwaarts-neerwaartse tendens er is?

  • Het paard is ontspannen in lichaam en geest.
  • De rug is zacht, swingend en verend.
  • Je voelt je gedragen door het paard.
  • Het paard laat automatisch zijn hoofd en hals zakken.
  • Het paard komt niet tegen de hand bij het op maat nemen van de teugels.
  • Het paard volgt direct iedere centimeter naar beneden die de ruiterhand geeft.
  • Het paard is in staat om de hand te volgen naar alle vier de levels van aanleuning. Hiermee wordt bedoeld: neus onder kniehoogte, neus op kniehoogte, neus op boeghoogte en oprichting.
  • De onderhals is los en ontspannen.
  • De bovenhalsspieren dragen de hals als verlengstuk van de romp.

Wat zijn dé twee belangrijkste ingrediënten die de voorwaarts-neerwaartse tendens nodig heeft en beïnvloeden?

Verticale balans en ontspanning in lichaam en geest.

Wat heeft de lange rugspier te maken met de voorwaarts-neerwaartse tendens?

De lange rugspier speelt een cruciale rol bij de balans en ontspanning van het paard, en is daarom bepalend voor de mate waarop de voorwaarts-neerwaartse tendens tot uiting komt 

Omdat de lange rugspier in verbinding staat met de halswervels en het heiligbeen, beïnvloedt deze spier de hoofd-hals houding, het bekken en daarmee ook de achterhand.

Waarom kan je deze tendens niet afdwingen?

Dit is een cruciale vraag, omdat hier vaak problemen ontstaan, wat kan leiden tot mentale, fysieke en rijtechnische complicaties. De belangrijkste reden hiervoor is dat balans en ontspanning niet afgedwongen kunnen worden. Ze kunnen echter wel positief beïnvloed worden door je acties en keuzes.

Bijvoorbeeld, je kunt een klein kind niet dwingen om ontspannen te fietsen als het nog geen balans heeft en het risico loopt te vallen. Het lichaam zal zich aanspannen om een val te voorkomen, vooral als er gevaar of onveiligheid dreigt. Dit geldt ook voor een paard, dat als vluchtdier extra gemotiveerd is om te voorkomen dat het valt.

De lange rugspier reageert reflexmatig op disbalans door zich aan te spannen om hiermee te voorkomen dat het paard omvalt. Pas wanneer er een juiste verticale balans is, kan de lange rugspier zich ontspannen. Dit gebeurt bij elk gezond paard: balans leidt tot ontspanning.

Bij paarden die stijf zijn door verkeerde training of lichamelijke ongemakken, kan ontspanning echter moeilijker te bereiken zijn. Hoewel dit een ander onderwerp is, is het belangrijk op te merken dat zelfs als de balans aanwezig is, sommige paarden zich niet volledig kunnen ontspannen. In zulke gevallen kan het nuttig zijn om zijdelingse stretchtechnieken te gebruiken om overtollige spierspanning in de lange rugspier te verlichten.

In het algemeen geldt dat naarmate de ontspanning in de lange rugspier toeneemt, de voorwaarts-neerwaartse tendens verbetert.

Wat moet je doen als je merkt dat deze tendens er onvoldoende is?

  • Onderzoek kritisch de manier waarop je traint. Is je geleerd om aan de voorkant het hoofd in een bepaalde houding te brengen? Ga op zoek naar iemand die je helpt om de rug van je paard te ontspannen zodat het paard vanzelf nageeft.
  • Laat je paard (geregeld) checken door een osteopaat. Bij voorkeur door iemand die breed opgeleid is en op meerdere lagen je paard kan aanvoelen en kan onderzoeken naar waar spanning en compensatie zit. Het kan zijn dat er onderliggende problemen zijn die de voorwaarts-neerwaartse tendens in de weg zitten.
  • Is het gebit van je paard in orde? Laat het gebit van je paard altijd elektrisch vijlen. Zo niet, dan is de kans groot dat er achterin nog haken zitten. Hoe je paard de hele dag door kauwt heeft invloed op de spierspanning in de rest van het lichaam.
  • Hoe is het eigenlijk met je zadel? Wanneer deze niet goed op je paard past dan heeft dit uiteraard ook invloed op de mate waarop het paard zich kan ontspannen en dus in hoeverre de voorwaarts-neerwaartse tendens aanwezig is. 

Samengevat betekend dit:

De voorwaarts-neerwaartse tendens ontstaat wanneer een paard verticaal in balans is en zich zowel mentaal als fysiek kan ontspannen. De mate van ontspanning is zichtbaar in hoe ver het paard zijn hoofd en hals kan laten zakken. Een diepere ontspanning bevordert een grotere neerwaartse tendens. 

Tijdens de training is het belangrijk om te variëren in de neerwaartse tendens en niet altijd te streven naar de maximale neerwaartse houding (neus onder kniehoogte). Als een paard de maximale neerwaartse tendens niet consistent kan bereiken, kan dit wijzen op problemen met het ruggebruik, vooral met de mate van ontspanning in de onderrug.

Als de onderrug gespannen is, zal de neerwaartse tendens beperkt zijn en kan het paard moeilijk stabiel stretchen naar kniehoogte of lager. Dit wijst op spanning en strakheid in de onderrug. Gerichte oefeningen en aandacht voor deze spanningen kunnen helpen de neerwaartse tendens te verbeteren.