Oorzaken instabiele hoofd- halshouding

Een instabiele hoofd‑halshouding kan voor veel mensen een bron van frustratie zijn. Het is niet voor niets dat er allerlei hulpmiddelen en vormen van dwang zijn ontwikkeld om een stabiele hoofd-halshouding te bereiken. Maar wat als deze instabiliteit juist een kans biedt? Wat als hierin een verborgen waarde ligt die jouw manier van trainen kan verdiepen en optimaliseren?

Om te ontdekken welke positieve bijdrage een instabiele hoofd‑halshouding kan leveren aan jouw kennis, kunde én het lichaamsgebruik van je paard, is het allereerst noodzakelijk de belangrijkste oorzaken van deze instabiliteit te begrijpen en te herkennen. Laten we daar beginnen.

Een paard heeft meerdere elementen nodig om een stabiele hoofd‑halshouding te bereiken. Het gaat niet alleen om wat je ziet aan de buitenkant, maar vooral om wat er biomechanisch en fysiek binnenin het paard gebeurt. 

Hieronder bespreken we de drie belangrijkste oorzaken van een instabiele hoofd‑halshouding. Vervolgens bekijken we hoe je ze kunt oplossen.

De rol van het verticale evenwicht op de hoofd-halshouding

De allerbelangrijkste oorzaak van een instabiele hoofd‑halshouding heeft te maken met het verticale evenwicht. Dit verticale evenwicht gaat over de gewichtsverdeling van de voorhand over beide voorbenen. Het geeft informatie over de mate waarop het paard in de juiste hoek ten opzichte van de grond kan bewegen en of het paard in harmonie is met de natuurwetten. Bij disbalans werken deze krachten sterker in op het paardenlichaam en zullen ze het paard krachtiger naar de grond trekken.

Als het paard deze disbalans niet compenseert, zou hij letterlijk omvallen. Het compenseren gebeurt voornamelijk met de lange rugspier. Omdat deze spier verbonden is met de halswervels, zal het paard bij het aanspannen van deze spier ook automatisch zijn hoofd en de hals omhoog brengen. Hierdoor blijft, zolang het verticale evenwicht nog instabiel is, ook de hoofd‑halshouding onstabiel.

Bij een fysiek gezond paard, dat niet overdreven scheef, gespannen of stijf is, zal het bewegen in het juiste verticale evenwicht — in harmonie met de natuurwetten — automatisch leiden tot ontspanning van de lange rugspier en het bereiken van de voorwaarts-neerwaartse tendens. 

De rol van het laterale evenwicht op de hoofd- halshouding


Het laterale evenwicht gaat over de ongelijke spierspanning in het paardenlichaam. Deze ongelijke spierspanning veroorzaakt een holle en een bolle zijde en heeft als gevolg een verstoring van het verticale evenwicht. Zoals je hierboven kunt lezen, is een verstoord verticaal evenwicht een sterke trigger voor het aanspannen van de lange rugspier. Zolang de lange rugspier zich niet kan ontspannen, belemmert dit een stabiele hoofd‑halshouding, simpelweg omdat deze spier in verbinding staat met de halswervels. Spant het paard zijn lange rugspier aan, dan brengt hij ook automatisch zijn hoofd en hals omhoog.

Door deze ongelijke spierspanning heeft een paard aan de ene kant van zijn lichaam spieren die doorgaans korter, sterker en stijver zijn, en aan de andere zijde spieren die langer, slapper en soepeler zijn. Stel je een linksgebogen paard voor. Dit paard heeft van nature een linkerzijde die korter, sterker en stijver is; hiermee brengt het paard zijn skelet hol naar links. Doordat de rechterkant, die langer, slapper en soepeler is, hier geen weerstand tegen biedt, wordt die zijde bol.

Met name de korte, sterke, stijve zijde van het lichaam kan een stabiele hoofd‑halshouding behoorlijk beïnvloeden. Deze spierspanning zal eerst moeten worden verholpen om de ontspanning en voorwaarts-neerwaartse tendens niet te belemmeren. Aan de bolle kant, de lange, soepele, slappe zijde, kan een gebrek aan stabiliteit en coördinatie de hoofd‑halshouding beïnvloeden. Een instabiele hoofd‑halshouding heeft dus veel te maken met het laterale evenwicht: enerzijds omdat dit het verticale evenwicht beïnvloedt, anderzijds omdat de spierspanning invloed heeft.

De rol van spanning in de onderrrug

Veel paarden hebben verhoogde spierspanning in de onderrug. Zolang deze spanning niet wordt verlicht, staat dit een stabiele hoofd‑halshouding en een fijne aanleuning in de weg. De ontspanning die het paard aan de voorkant bereikt, moet hij ook aan de achterkant kunnen loslaten. Met andere woorden: het hoofd zal nooit verder zakken dan de onderrug toestaat.

Binnen de Atletische Rijkunst forceren we een paard daarom nooit om zijn hoofd omlaag te brengen. Zodra je weet, begrijpt en leert hoe je een paard helpt zijn rug te ontspannen, zul je merken dat hij vanzelf zijn hoofd en hals laat zakken. Niet verder en niet langer dan zijn rompstabiliteit en ontspanning in de onderrug toelaten.

Een stabiele hoofd- halshouding en een perfect gelijke aanleuning zijn het gevolg van correct ruggebuik, niet andersom. 

Hoe verbeter je een instabiele hoofd-halshouding?

Hoe verbeter je een instabiele aanleuning?

Nu je de drie belangrijkste oorzaken van een instabiele hoofd‑halshouding en een instabiele aanleuning kent, is het tijd om in actie te komen. Hoe verbeter je een instabiele hoofd‑halshouding, en hoe zorg je voor een stabiele, soepele aanleuning? Hieronder vind je drie oefeningen die direct effect hebben: ze helpen het verticale evenwicht, het laterale evenwicht en de spanning in de onderrug te verbeteren. Door deze oefeningen kan je paard stap voor stap een stabiele hoofd‑halshouding ontwikkelen en een betrouwbare, evenwichtige aanleuning bereiken.